Faillissementen zijn aan de orde van de dag. Hoe kan schade-beperkend worden gehandeld? Een ‘pre-pack’ biedt soms uitkomst. Dan wordt voorafgaand aan een verwacht faillissement door de rechtbank een stille bewindvoerder, de beoogd curator, benoemd. Die zal actief betrokken zijn bij het optuigen van een doorstart na faillissement. Daarbij dient door die beoogd curator erop toegezien te worden dat afdoende rekening zal worden gehouden met de belangen van onder meer de schuldeisers en de werknemers. Anders zal de rechter-commissaris in het faillissement geen medewerking verlenen aan uitvoering van het plan.
Nadeel van ‘pre-pack’ kan zijn dat de voorbereidingen in een besloten kring en daardoor min of meer ‘stil’, dus nogal heimelijk, plaatsvinden. Niet alle potentiële overnamekandidaten krijgen een kans. De vraag is dan ook of er zonder een pre-pack geen beter resultaat behaald zou kunnen worden. De pre-pack doorstart kan bovendien voor werknemers en ander belanghebbenden als een complete verrassing komen. Kunnen zij wel (voldoende) voor hun belangen opkomen? Evenwel, in de praktijk zijn er vaak nauwelijks overnamekansen c.q. reële doorstartmogelijkheden en dient daarmee voorzichtig omgesprongen te worden. Een faillissement betekent doorgaans de doodsteek. Er dient snel gehandeld te worden. Gezonde onderdelen van een onderneming sterven in een pre-pack-situatie geen snelle dood. Werkgelegenheid blijft in enigerlei mate behouden. Toeleveranciers, verhuurders en andere belanghebbenden, zoals (her)financiers, zullen (hopelijk) nog tot in lengte van jaren vruchten kunnen plukken. Veel gehoorde kritiek is echter dat dit concurrentievervalsend werkt ten opzichte van andere ondernemingen (die niet met een faillissement worden bedreigd), maar dit aspect afwegend tegen de enorme nadelen van de vele faillissementen waarin de doorstartkansen gauw zijn verkeken, dient mijns inziens pre-pack toch de voorkeur te krijgen.
Op dit moment werken niet alle rechtbanken mee aan toepassing van de ‘pre-pack’ methode, omdat er nog geen wettelijke basis is. Dat zal naar verwachting binnen afzienbare termijn veranderen. Als er een wettelijke basis is, zal bijvoorbeeld ook de thans ‘onwillige’ rechtbank Limburg openstaan voor pre-pack. Nu kan overigens een wijziging van de Limburgse statutaire vestigingsplaats naar een Brabantse vestigingsplaats, zodat bijvoorbeeld de rechtbank Oost-Brabant – die wel in is voor pre-pack – bevoegd zal zijn, uitkomst bieden.
Mr. Georges van Zeijl is werkzaam bij Tripels Advocaten in Maastricht