Open wonden en flensverbindingen
Met meer dan 40 man personeel en zo’n 85 trainingen in zijn portfolio bedient Acaleph Opleiding, Training en Adviezen B.V. een belangrijk deel van de markt. Het bedrijf geeft veiligheidstrainingen in de meest uiteenlopende sectoren: van de bouw tot de medische wereld. Afgelopen week mocht ik even proeven aan een paar van hun cursussen.
Opfriscursus
Bij het trainingscentrum van Acaleph in Geleen word ik die ochtend opgewacht door een receptioniste die mijn naam noteert en me meeneemt naar het lokaal. De eerste training waar ik aan mag snuffelen is de BHV-opfriscursus. Een groepje cursisten zit al klaar achter tafels. Pen en instructieboek in de aanslag. De trainer, John Visker, schudt stevig mijn hand en heet me allerhartelijks welkom. Hij vraagt me wel om mijn jas aan de kapstok te hangen, en niet aan de stoel. ,,Ook dat is voor de veiligheid.” De BHV-cursus bestaat uit vier onderdelen, vertelt John: EHBO, ontruiming, communicatie met de hulpdiensten en blussen van kleinere brandjes. In de loop van de dag zullen al deze onderdelen aan bod komen, maar John begint bij de EHBO. In de middag gaan ze verder met brand. ,,Dat is eigenlijk het leukste onderdeel’’, fluistert medecursist Orlando naast me.
Enthousiast
De aanwezige deelnemers hebben allemaal al eerder een BHV-training gevolgd en zijn hier voor een opfriscursus. John wil weten waar mensen in de praktijk tegenaan lopen en of ze graag bepaalde facetten van de training willen benadrukken. ,,Wat wil je opfrissen’’, roept hij enthousiast tegen de groep. Achterin steekt iemand zijn hand op. ,,Bij ons op het bedrijf hebben we al lang geen ontruimingsoefening meer gedaan. Daar zou ik graag meer over leren.’’ John schrikt. Het regelmatig oefenen van een ontruiming noemt hij ‘zeer belangrijk’ en uiteraard belooft hij er later in de cursus op terug te komen. Bovenaan op de agenda voor vandaag staat namelijk EHBO.
BOB
Het verlenen van eerste hulp gaat volgens John vooral om waarnemen. Als iemand bij je komt met een hulpvraag, dan moet je kijken hoe hij ademt, of hij zweet en natuurlijk goed luisteren naar wat de patiënt vertelt. Belangrijk is het BOB-model: Beeldvorming, Oordeelvorming en Besluitvorming. Die volgorde oefenen de cursisten met een door Acaleph zelf ontwikkeld spel. Ze krijgen een stapeltje kaarten met handelingen die ze in overleg in de juiste volgorde moeten leggen. ,,Interactie’’, zegt John tegen me terwijl de cursisten bezig zijn, ,,is heel belangrijk. Dat creëert een goede sfeer en mensen kunnen zo van elkaar leren. Het is belangrijk dat mensen hier fouten durven te maken. En ook dat ze een leuke dag hebben.” John heeft gelijk. Door de groep voor een gezamenlijk probleem te stellen, werken ze goed samen. Er ontstaat onmiddellijk een levendige discussie over de juiste volgorde van de kaarten. John hoeft er nauwelijks nog aan te pas te komen.
Lotus-patiënt
Om de theorie tastbaarder te maken is er een zogenaamde Lotus-patiënt aanwezig; een speciaal hiervoor geschoolde actrice die allerlei veelvoorkomende symptomen uitbeeldt. Dat doet ze heel plastisch, want ze komt, na een korte instructie van John, het lokaal binnen met een armwond die er bijzonder realistisch uitziet. Het bloed lijkt eruit te stromen. De Lotus-patiënt loopt direct op een van de cursisten af en vraagt hem om hulp. ,,Ik heb me gesneden aan een rek in het magazijn en ik kan slecht tegen bloed’’, zegt ze. De cursist – Michael – pakt de actrice bij de arm en zet haar op een stoel. Een andere cursist snelt naar de verbanddoos en rolt het verband strak om de nepwond. Dan zegt de actrice dat ze voelt dat ze flauwvalt en laat zich van de stoel af glijden. Ook dat weten de cursisten, onder leiding van Michael, goed te pareren. Ze helpen haar soepeltjes naar de grond en gaan verder met de handelingen. John kijkt tevreden toe. ,,Goed werk’’, zegt hij als de oefening voorbij is. ,,Jullie reageren adequaat en snel, blijven goed in gesprek met het slachtoffer.’’ John heeft één kritiekpuntje: ,,Zorg dat je de juwelen, zoals horloges en ringen, verwijdert. Dat voorkomt oedeem.”
Flenzen
Terwijl de groep vlaai gaat eten – Acaleph bestaat namelijk 20 jaar en trakteert zijn cursisten daarom die dag – word ik door John meegenomen naar mijn volgende training. Die gaat over flensverbindingen: de plek waar twee leidingen met elkaar verbonden zijn met stevige bouten. Voor iemand die een schoendoos als gereedschapskist gebruikt is dit een intimiderend onderwerp. Er liggen grote, voor mij onbekende, stukken gereedschap op tafel en op het presentatiescherm staan diagrammen en tekeningen die ik niet zo snel kan plaatsen. Gelukkig is er Jean Heylighen, de trainer van deze groep, die me graag toelichting wil geven. ,,Flensverbindingen worden in de industrie veel gebruikt. Overal waar gas of vloeistof getransporteerd moet worden, vind je dit soort verbindingen.’’ Acaleph geeft de training, omdat de verbindingen nauw luisteren. ,,Er ontstaan heel vaak lekken. Dat komt omdat er vaak niet voldoende kennis aanwezig is.”
Methodes
De vier cursisten die ochtend volgen de training voor het eerst. Ze hebben tot nu toe nog niet met flensverbindingen gewerkt. ,,Dat is eigenlijk veel beter”, zegt Jean, ,,want dan hoef ik ze geen oude gewoontes af te leren. We beginnen gewoon van voor af aan.” Met meer ervaren monteurs loopt hij tegen de uitdaging aan dat ze vaak hun eigen methodes hebben. ,,Dat hebben deze jongens niet. Die leren meteen de goede manier om met flensen te werken.”
Buizen
In de ruimte naast het leslokaal is een indrukwekkend stelsel van buizen en flensverbindingen gebouwd waar de cursisten op kunnen oefenen. De vier mannen – veiligheidsschoenen en overalls aan – beginnen enthousiast aan de bouten te draaien. Jean grijpt echter meteen in. ,,Begin altijd bij de bout die het verst van je af zit”, zegt hij tegen een cursist. ,,Als er dan nog druk op de leiding zit, krijg je het gas of de vloeistof niet in je gezicht.” Als de flensen eenmaal los zijn, geeft Jean alle deelnemers een stuk fotopapier dat zij op de pakking van de flens moeten plaatsen als ze hem weer dichtmaken. ,,Het papier is drukgevoelig”, verklaart Jean. ,,Zo zien ze dat, hoewel ze de bouten stevig aandraaien, de druk niet gelijkmatig verdeeld is. Daardoor ontstaan lekken.” Dat blijkt inderdaad als de cursisten de flens voor de tweede keer die dag losmaken. Niemand is het gelukt om een lekvrije verbinding aan te leggen. ,,Als ze klaar zijn vandaag kunnen ze dat wel. Het is een kwestie van vakmanschap; je moet dat echt leren.”
Ervaring
De ochtend bij Acaleph was een verhelderend kijkje in de keuken van het bedrijf. Een cursus is bij Acaleph een ervaring: de docenten zijn bevlogen, kundig en creëren een aangename leeromgeving. De sfeer is er ontspannen. Daarbij zijn de trainingen van Acaleph interactief: vragen en problemen uit de praktijk worden in de groep besproken en als het even kan, wordt er hands-on gewerkt. De Lotus-patiënt, het EHBO-spel, de werkplaats met de flensverbindingen: Acaleph doet er alles aan om de praktijk het leslokaal binnen te halen. Zo weten ze de aandacht van de cursisten – zelfs op die koude maandagochtend – voortdurend erbij te houden. En de jarenlange ervaring van het bedrijf is zichtbaar in ieder facet van de training. Van de ontvangst tot het lesmateriaal; alles ademt kwaliteit.
__________________________
Abonneer je op Chapeau Magazine
Sluit nu een jaarabonnement af voor slechts €29,50 en ontvang vele extra’s -> meer info <