Business

Maastricht Aachen Airport in de polder

Auteur: Jos Cortenraad

Laten we naar elkaar luisteren, zei directeur Jos Roeven van Maastricht Aachen Airport onlangs in een toch wel hartstochtelijk pleidooi in Dagblad de Limburger. Laten we met respect met elkaar omgaan en er voor iedereen het beste van maken.

Mooie woorden, zeker, maar ik vraag me sterk af of ze in vruchtbare bodem vallen. Nederland, en dus ook Limburg, neemt in rap tempo afscheid van zijn poldertraditie. Standpunten verharden, polarisatie wint terrein. We hebben het gezien bij de onderhandelingen voor een nieuwe CAO voor de Grootmetaal. Maanden en maanden lagen werkgevers en bonden in de loopgraven. VDL NedCar stapte zelfs naar de rechter om een staking te verbieden, bang als het bedrijf is om BMW als klant te verliezen. Begrijpelijk, dat zou het einde betekenen van de autofabriek die na zoveel jaren eindelijk weer perspectief heeft en aan duizenden mensen werk biedt. Maar staken is een recht. Verbieden is weer een streepje door het poldermodel.

Jos Roeven staat op de bres voor MAA, logisch. Hij wijst op het economisch belang, de werkgelegenheid. Overlast is nu eenmaal onlosmakelijk verbonden met een vliegveld. Maar wegen de nadelen op tegen de voordelen? Het aantal direct aan de luchthaven gekoppelde banen is niet heel hoog. De schattingen lopen uiteen waarbij het getal 1500 vaak komt bovendrijven; directe en indirecte banen exclusief Aviation Valley. Niet te verwaarlozen, maar hoe zwaar wegen 1500 banen tegenover een omgeving die hinder ondervindt?

Economie en overlast, het zijn twee tegengestelde begrippen. Als inwoner van Meerssen ben ik opgegroeid met ‘Beek’. Ik kan me middagen vliegtuigspotten op het ‘panoramaterras’ nog goed herinneren. Een vliegtuig, dat was toch een díng. Ik kan me het onheilspellende geluid van de Russische Iljoesins ook nog herinneren. Die monsters hoorde je op kilometers afstand al aankomen terwijl ze bij de take-off de pannen van het dak joegen. Ik herinner me de verhitte discussies nog over de oostwest-baan en de nachtvluchten.

Uiteindelijk is gekozen voor een toekomst als regionale luchthaven met duidelijke restricties en regels. Het betekende het einde van de discussies die met de komst van meer vrachtvliegtuigen, een onderhoudsboulevard én de landing van Corendon weer nieuw voedsel krijgen. Omwonenden vrezen voor het oprekken van de regels en hebben duidelijk weinig vertrouwen in de overheid. Ze hekelen het gegoochel met cijfers over contouren en decibellen, ze wijzen op de regelmatige overtredingen van de sluitingstijden en zwaaien met rapporten over negatieve gezondheidseffecten. Nepnieuws of niet? Helaas, ook dat is een symptoom van deze tijd.

Het pleidooi om eens goed naar elkaar te luisteren en alle troeven op tafel te leggen, lijkt mij een uitstekend idee.  Voor een regio met ambities als Zuid-Limburg is een luchthaven een wezenlijk onderdeel van de infrastructuur. Zeker als verbindingshub naar een internationale luchthaven die nu dichterbij lijkt te komen met een lijn dienst Londen of München.

De vraag is echter of deze regio gediend is met zware en belastende toestellen die spullen invliegen (bloemen, boontjes, elektronica) die linea recta in trucks worden overgeladen om verder hun weg in Europa te vinden. Ook zijn er grenzen aan de groei van Corendon. Dit jaar verwacht de maatschappij minstens 100.000 extra vakantiegangers te vervoeren. Dat zijn zo’n 50 toestellen extra in de zomer, zeg acht vliegbewegingen per week. Dat lijkt niet veel, maar het is zaak om samen de grenzen op te zoeken waar economie en omgeving met elkaar in balans zijn.

Dat begint inderdaad met goed luisteren naar elkaar en water bij de wijn doen. Ik ben benieuwd of dat nog lukt in de afbrokkelende polder.

_____________________

Chapeau Nieuwsbrief
Wil jij wekelijks het laatste nieuws ontvangen over het goede leven in Limburg NL/BE? Schrijf je dan in voor onze mooie nieuwsbrief -> inschrijven <

Deel dit artikel:
Meer artikelen over:
Business

Gerelateerd nieuws