Krijgt de starter op de woningmarkt een betere positie?

Nu bijna iedereen weer aan het werk is en we met spanning de adem inhouden of de tweede coronagolf doorzet of niet, lekte de overheid – bewust of niet – een ingrijpende maatregel voor aspirant eigen woningbezitters en particuliere beleggers in onroerend goed.

Vanaf 1 januari 2021 zullen starters op de woningmarkt geen overdrachtsbelasting meer hoeven te betalen. Dat blijkt uit gelekte informatie die op de Prinsjesdag gepresenteerd zal worden.

Op dit moment betaal je 2 procent overdrachtsbelasting om een eigen woning aan te kopen. Deze belasting zal vanaf 1 januari 2021 komen te vervallen voor iedereen tussen de 18 en 35 jaar die voor het eerst een huis koopt.

Stel, je koopt een huis van 275.000 euro. Daarover betaal je op dit moment 2 procent overdrachtsbelasting, oftewel 5.500 euro. Je mag tegenwoordig maximaal 100 procent van de woningwaarde financieren met een hypotheek, en daarom behoren die 5.500 tot de kosten koper.  Met deze maatregel, bespaart de starter dus die 5.500 euro en kan deze dus aan andere dingen besteden. Met deze maatregel hoopt het kabinet een eerste eigen woning voor starters bereikbaarder te maken.

Ook wil het kabinet de overdrachtsbelasting voor particuliere beleggers verhogen van 2 naar 8 procent, omdat, zo zijn ze van mening in Den Haag, beleggers de kansen voor starters ontnemen door huizen en appartementen op te kopen en duur te verhuren. Beleggers gaan dan bij een pand van 275.000 euro dus 22.000 euro  belasting betalen in plaats van 5.500 euro. Dat maakt het ook direct een stuk minder interessant om te investeren in onroerend goed voor de verhuur.

Of deze maatregelen ervoor gaan zorgen dat de starter een betere positie krijgt, is nog maar de vraag. Het woningtekort wordt er nog niet mee opgelost. Sterker nog: er zijn nog steeds te weinig betaalbare woningen voor starters op de markt. Ik ben van mening dat dit juist een negatief effect kan hebben op de huizenmarkt voor starters, omdat het ‘bespaarde’ bedrag gebruikt zal worden om te overbieden. Geen gezonde ontwikkeling lijkt me.

Al enkele jaren maak ik mij hard voor een langere aflossingstermijn voor starters. Dat zet pas echt zoden aan de dijk. We moeten gezien het tekort op de woningmarkt aan veel meer wielen draaien. Door een hypotheek binnen 40 jaar af te lossen, kan een starter met een pand van 300.000 euro zijn lasten met ruim 200 euro per maand verlagen. Daarmee neemt ook de leencapaciteit toe, wat zijn kansen op de woningmarkt vergroot. Een langere aflossingstermijn heeft op den duur dus meer effect dan een eenmalige besparing van de overdrachtsbelasting.