Hub Dolmans getuige van aanleg vliegveld
Een van de trouwe gebruikers van Maastricht Aachen Airport was jarenlang Hub Dolmans (1936). Naast het voeren van zijn eigen bedrijf Dolmans Landscaping vond hij genoeg tijd voor z’n grote hobby: zelf vliegen. En hij zag als kind hoe de Amerikanen het vliegveld aanlegden in 1945.
Hij weet het nog goed. In 1944 logeren Amerikaanse soldaten boven de bloemenzaak van zijn ouders in Meerssen. „Daar zaten ook piloten bij”, zo kijkt Hub Dolmans terug. „Dat vond ik fascinerend. Ik had goed contact met hen en leerde zo ook Engels. De aanleg van het vliegveld kreeg ik van dichtbij mee, want het team dat hiervoor verantwoordelijk was, hield kantoor in ons ouderlijk huis. Een van die soldaten heette But Coen. Ik mocht mee om te kijken hoe ze werkten. Als kind was ik enorm onder de indruk van het materieel dat ze gebruikten. Het was in feite een noodveld. Als ondergrond gebruikten ze onder meer kiezel uit Bunde.” De ogen van Hub Dolmans fonkelen nog als hij denkt aan al die Amerikaanse militaire vliegtuigen die hij toen gezien heeft. Dat ging overigens niet altijd goed. „Bij Schietecoven heb ik nog een Harvard uit de lucht zien vallen.” Niet alleen door het geïmproviseerde kantoortje had hij een link met de Amerikanen. „Mijn nicht Rini vrijde met een Amerikaanse piloot. Die vloog in een bommenwerper. Ik heb hen nog diverse keren, samen met mijn vrouw, bezocht in Amerika, waar ze zijn gaan wonen. Rini is nu 97 jaar, haar man is recent overleden, 104 jaar oud.” De Amerikanen maakten indruk op de jonge vrouwen in Meerssen. Ook zijn andere nicht Tiny werd verliefd op een
piloot en verhuisde eveneens naar de Verenigde Staten. „Ook haar heb ik daar bezocht. En ze zijn hier ook nog terug geweest. Ik heb hen hier op het vliegveld rondgeleid dat natuurlijk na al die jaren flink veranderd was.” Dolmans raakt in die tijd zo enthousiast dat hij zelf gaat vliegen vanaf Beek, met kleine toestellen zoals de Cessna. Pas op z’n 74e stopte hij daarmee. „Ik vond het mooi geweest, maar ik houd nog altijd een warme belangstelling voor het vliegveld.”