Talent gezocht: nieuw elan voor het kernwinkelgebied van Maastricht.
Maastricht staat voor dezelfde uitdaging als veel andere populaire bestemmingen in Europa: hoe verdeel je de bezoekersstromen op een manier dat iedereen daar baat bij heeft? Om een antwoord te vinden op deze vraag, werken vijf ‘kwartiermakers’ in het centrum van de Limburgse hoofdstad nauw met elkaar samen. Deel 4 van een vijfdelige serie: het kernwinkelgebied.
Het Boschstraatkwartier, het Jekerkwartier, het Stokstraatkwartier en niet te vergeten Wyck. Het zijn stuk voor stuk bijzondere plekken Maastricht, waar de inwoners van de Limburgse provinciehoofdstad zelf graag komen. Omdat het er zo lekker rustig is. Of omdat je, zelfs als frequente bezoeker, altijd weer verrast wordt door de bijzondere verscheidenheid aan winkels, restaurants, cafés en galerieën. Wat ze vooral met elkaar gemeen hebben, is dat het allemaal stadsdelen zijn, die gezien hun bijzondere karakter beschouwd kunnen worden als bestemmingen op zich.
Het tegenovergestelde is het geval met het deel van Maastricht dat wel wordt aangeduid als ‘kernwinkelgebied’, een aantal bekende, grote straten en pleinen aan de westkant van de Maas, waar je – zeker op drukke dagen, die in deze tijd van het jaar weer in het verschiet liggen – over de koppen kunt lopen.
Piekmomenten
De bekende winkelstraten in het kernwinkelgebied, in het bijzonder de Grote Staat en omgeving, worden door zowel inwoners als bezoekers – zeker op piekmomenten – als erg druk ervaren. Hoogste tijd om daar iets aan te doen, vindt centrummanager Astrid Verberne. Zij spant zich in om met behulp van vijf ‘kwartiermakers’ een spreiding over de stad te bewerkstelligen. ,,In het belang van de hele stad. Als we erin slagen de druk op de binnenstad te verdelen, heeft iedereen in Maastricht daar baat bij: ondernemers, pandeigenaren en inwoners.”
Een van de kwartiermakers die Astrid Verberne helpen haar ambitie waar te maken, is marketingdeskundige Ellis Visser. Ellis – ze heeft een eigen bureau in de binnenstad – is sinds afgelopen voorjaar voorzitter van de Vereniging van Ondernemers in de Binnenstad van Maastricht (VOC), een omvangrijke club met 800 tot 900 potentiële leden. ,,Lang niet iedereen is aangesloten. Al zijn velen wel lid van een kleinere vereniging van een plein of straat. Ik probeer hier de komende tijd verandering in te brengen, door zoveel mogelijk mensen in beweging te krijgen. Dat wil ik graag doen door bestaande samenwerkingsverbanden te intensiveren en ze met elkaar in verbinding te brengen, met als uiteindelijk doel een gezamenlijke visie op de binnenstad te ontwikkelen en een eigen identiteit die Maastricht verder versterkt. Dat betekent voorlopig vooral praten, en bestaande partijen met elkaar proberen te verbinden: van wij-zij naar zij aan zij. Als ondernemers in de binnenstad hebben we dezelfde belangen, ondanks de verschillen tussen de diverse retailers.’’
Nieuwe strategie
Een betere verdeling van de bezoekersstromen is in ieders belang, schetst de VOC-voorzitter. ,,Als je op mooie dagen door de stad loopt, zie je overal mensen. Winkeliers hebben over het algemeen niet te klagen over aanloop. Maar als bewoners en mensen van elders klagen dat het ergens druk is – soms veel te druk – kan zich dat op een zeker moment tegen je gaan keren. Als we ons meer verenigen en meer naar het grote belang kijken, is dat ook voor ons voordelig. We maken daarom graag de verbinding binnen en buiten ons kwartier. Het centrum van Maastricht is toe aan een nieuwe strategie, waarin iedereen zich gehoord voelt. Grote ondernemers, maar ook de kleinere.”
Niet alleen het managen van de ‘drukte’ in de grote straten is belangrijk voor de toekomst van het centrum, topics als vergroening, verlichting, schoon-heel-veilig, leegstand en parkeren zijn dat evenzeer. ,,De branche- en straatverenigingen vinden op dit moment hun eigen weg. Als we erin slagen om als gebied een gezamenlijke visie te ontwikkelen, helpt dat de hele stad verder.”
Kinderschoenen
Als marketingdeskundige is Ellis – ze doet onder andere de marketing voor de ondernemersvereniging Mosae Forum – van mening dat het kernwinkelgebied te weinig eigen identiteit heeft. Terwijl haar vier collega’s de bijzondere aspecten van hun eigen ‘kwartier’ ontwikkelen en de neuzen van collega-ondernemers eenzelfde kant opkrijgen, staat een nieuwe strategie binnen de Vereniging van Ondernemers in de Binnenstad van Maastricht op dit moment nog in de kinderschoenen. Gelukkig zijn de kwartieren en hun ondernemers zijn zich er steeds meer van bewust dat je een toekomstbestendige stad alleen van de grond krijgt met een gezamenlijke inspanning. Een nieuwe wind bij Centrummanagement helpt daarbij. „VOC gaat daarbij ook voor een visie die wordt ontwikkeld door de leden zelf en niet een strategie die van bovenop wordt opgelegd. Op dit moment weten veel winkeliers in het kernwinkelgebied niet goed waar ze bij horen en bij wie ze moeten zijn als ze goede ideeën hebben. Sommige winkeliers maken zich daarbij zorgen over de toekomst. Het is belangrijk dat ook zij hun verhaal kwijt kunnen en dat er ook iets mee wordt gedaan. De ontwikkeling van een onderscheidende identiteit voor het kernwinkelgebied is braakliggend terrein en zie ik als een kans voor de VOC. Laat dat nou net mijn vak zijn, dus wat mij betreft komt die ontwikkeling samen met alle ondernemers snel op gang!”
Hoger niveau
In haar eentje kan ze weinig uitrichten, benadrukt Ellis. Zij hoopt daarom dat haar geluid gehoord wordt en dat ondernemers zich geroepen voelen mee te gaan in haar verhaal en waar mogelijk een bijdrage te leveren. „Ik zoek daarom nog bestuursleden voor de VOC. Als relatieve jongeling zit ik er vers in. Maar voor mij is nu al duidelijk dat veel kleinere ondernemers in dit gebied zich te weinig gehoord voelen, terwijl juist zij er de afgelopen decennia voor hebben gezorgd dat Maastricht de winkelstad is geworden die het nu is. Laten we vooral dit niet vergeten: er gaan heel veel zaken goed, maar het is in ons aller belang om ondernemers de ruimte te geven om te kunnen ondernemen. Dat hoeven ze niet alleen te doen. Dat betekent ook dat de winkeliers in het kernwinkelgebied zich ten volle bewust moet zijn dat de verbinding met elkaar en wde andere kwartieren het recept is voor een leefbare en vitale stad.’’