Moet of kan ik dan geen doorstart maken? Het is een vraag die mij de laatste weken geregeld wordt gesteld.
In geval van een doorstart neemt de doorstartende partij goederen uit de faillissementsboedel over. Dat heeft iets weg van ‘cherry picking’. Rotte appels, zoals de schulden, blijven achter.
Alleen al vanwege aansprakelijkheden door kruisverbanden, bijvoorbeeld borgstellingen, kan een doorstart onmogelijk zijn. In geval van bijvoorbeeld een eenmanszaak of een vennootschap tussen natuurlijke personen (privépersonen, dus geen rechtspersonen) is een doorstart – vanwege de voortdurende aansprakelijkheid van die privépersonen – slechts een optie, als een derde de doorstart realiseert en tegelijkertijd bereid is de oude eigenaar in loondienst te nemen. Die kan dan wellicht de wettelijke schuldsanering in (WSNP) om via die weg uit de schulden te geraken.
Bij een doorstart worden, behalve de ‘hardware’, bijvoorbeeld ook de handelsnaam, het merk, een klantenbestand, een website en of social media-uitingen overgenomen, noem het de ‘goodwill’. Doorgaans krijgt een deel van de werknemers, die door de curator zijn ontslagen, alsnog een baan aangeboden. Werkgelegenheid is niet onbelangrijk. Het is dan ook lang niet altijd zo dat de activa aan de hoogstbiedende worden gegund. Er kunnen andere kapers op de kust komen. De ‘oude’ eigenaar van de onderneming is er niet van verzekerd dat hij zal kunnen doorstarten.
Om optimale kansen, ook voor het slagen van de doorstart, te hebben, moet de doorstart goed worden voorbereid. Dat kost tijd en geld. Een plan en een (voor)financiering zijn nodig. Wat doet de bank?
Complicatie in deze coronatijd is dat de crisis behoorlijk erin hakt. Klanten en afnemers haken (tijdelijk) af. Niemand weet hoe lang dit gaat duren. Dat is wezenlijk anders, dan wanneer de omzet welhaast een gegeven is en de doorstart slechts beoogt overtollig of te kostbaar (oud) personeel – excusez le mot – te lozen, of de onderneming te ontdoen van een te dure jas, zoals een te groot en kostbaar bedrijfspand, of overbodig leasematerieel.
De doorstarter zal zich ook moeten verzekeren van het commitment van belangrijke (toe)leveranciers en andere partijen waarvan de onderneming afhankelijk is, en uiteraard ook van bepaalde werknemers op cruciale posities. En hoe staat het met de overdraagbaarheid van de vergunningen? Hoe groot is de liefde van de klanten? Of lopen die zo met iemand anders mee? Aasgieren zijn van alle tijden. Ze zijn er dus ook in deze coronatijd.
Aan het eventueel realiseren van een doorstart zitten dus nogal wat haken en ogen.
Brusselsestraat 32-34, Maastricht (NL) – tripels.nl
