Blog Jo Cortenraedt

Komst Michelin krachtige impuls voor Limburgse gastronomie

tekst Jo Cortenraedt

Het hing al langer in de lucht en afgelopen week kon het dan eindelijk bekend worden gemaakt: de Nederlandse online-gids van Michelin zal de komende drie jaar in Maastricht worden gepresenteerd. Op de bijeenkomst waar dit bekend werd gemaakt, was het al aardig druk en je voelde de trots bij niet alleen de bestuurders maar ook de chefs.

Zoals Hans van Wolde van Brut172 zei: ‘Die gids betekent zó veel voor ons, en nu die hele presentatie naar Limburg komt, zal dat afstralen op heel de regio’.  Zijn collega Timo Reichelt van Au Coin des Bons Enfants : ‘Het is heel simpel, door die ster hebben we flink meer boekingen’.

Dus ondanks het feit dat zo ongeveer elke restaurantbezoeker een culinair criticus is geworden, ook degenen die het onderscheid tussen een omelet en een pannenkoek maar moeilijk kunnen maken, geldt Michelin toch nog als dé norm.

Dat heeft niet alleen te maken met de kwaliteit van de gids, al is die er wel degelijk. Als ik zelf in het buitenland ben, kijk ik even in de app. Het hoeft niet per se een sterrenzaak te zijn, maar als die maar al genoemd wordt door de inspecteurs van de rode bijbel, dan kun je er nagenoeg zeker van zijn dat de kwaliteit in orde is. De chefs weten dat ook en daarom hechten ze de meeste waarde aan de beoordelingen van Michelin, meer dan aan die van welke andere gids, app of website dan ook.

Maar het heeft ook te maken met het eigenlijk kinderlijk eenvoudige systeem, met name dat van de sterren. Dat is een begrip op zich geworden. Je gaat naar een sterrenzaak. Dat snapt dan iedereen, over de hele wereld. Bij een verdienstelijke en in sommige landen alleszins sterke gids zoals die van Gault Millau, is dat gewoon lastiger. Want je zegt niet zo gauw: ah, we gaan vanavond eten in een zaak die 16,5 punten heeft. Dat bekt niet lekker.

Limburg wil zich toch al profileren als het ‘Toscane’ van Nederland, dan past die rode bijbel daar prima bij  

Enig lastig punt bij de term ‘sterrenzaak’ is dat er dan ook meteen aan het begrip ‘kostbaar’ wordt gedacht. En jawel, een restaurant met 1 ster zal zeker duurder zijn dan een gemiddeld eetcafé. Maar soms scheelt dat in de eindprijs opvallend weinig, voor toch een héél ander product.  ‘Duur’ is een relatief begrip. Het gaat er vooral om wat je ervoor terugkrijgt. En ik ken in binnen- en buitenland restaurants die géén ster(ren) hebben, maar hogere prijzen vragen dan die sterrenzaken voor soms een soms maar matige keuken.

Naar mijn idee is het een heel positieve zaak dat een wereldmerk als Michelin – net als de kunstbeurs TEFAF – voor een aantal jaren extra gekoppeld wordt aan Maastricht en daardoor heel Limburg. Dat kun je niet meteen meten in opbrengsten, maar dat effect is er wel degelijk. En Limburg wil zich toch al profileren als het ‘Toscane’ van Nederland, dan past die rode bijbel daar prima bij.

Maar het gaat niet alleen om ‘elitaire’ sterrenzaken. De organisatie heeft met Michelin afgesproken dat er rondom de lancering van de gids veel aandacht zal zijn voor kwaliteit van Limburg. Zoals de streekproducten, van asperges tot wijn, van champignons tot bier. Als het slim gespeeld wordt kan dus de hele regio hierop meeliften.

Ongetwijfeld ook de hotels. Maar die hadden nog niet allemaal geschakeld. Ik sprak van de week een wakkere restaurantliefhebber uit de regio-Venlo die alvast een hotelkamer in Maastricht had gereserveerd voor de zevende oktober 2024, in een bescheiden maar leuk hotel in de binnenstad. Want hij wilde de sfeer meemaken dat al die bekende Nederlandse chefs in de stad te vinden zijn. Hij ontdekte tot zijn verbazing dat de prijzen nog stonden op het tarief van een ‘zwakke dag’, namelijk € 70. ‘Ik heb meteen geboekt’, zei die triomfantelijk. ‘Kan ik de rest van mijn budget besteden aan lekker eten en wijn.’.

Deel dit artikel:

Jo Cortenraedt

Hoofdredacteur, uitgever en allround journalist

Jo Cortenraedt is allround journalist met tientallen jaren ervaring in Nederland en daarbuiten. Hij werkte onder meer voor het ANP, het NOS-journaal en De Telegraaf. Hij startte in 1997 als hoofdredacteur en uitgever Chapeau Magazine, in hetzelfde jaar was hij betrokken bij de start van de regionale televisie in Limburg.

Voor beide media is hij nog steeds volop actief met verhalen, reportages, columns en beschouwingen. In de eerste fase van zijn carrière stonden vooral het actuele nieuws en politiek centraal. Tegenwoordig zijn dat eerder specialisaties zoals kunst- en cultuur, gastronomie, human interest en de kwaliteit van leven.

Zijn brede netwerk, van TEFAF tot André Rieu, draagt bij aan de positie van Chapeau in zowel Limburg, als ook in de rest van Nederland en in België.

Jo Cortenraedt 's topic(s):
Uitgelicht

Gerelateerd nieuws