Huizen bezichtigen een kunst apart
Een activiteit die tegenwoordig, tussen al het werk door, nogal wat tijd in beslag neemt is het zoeken naar een nieuw huis. Dat ben ik niet echt gewoon. Enkel in mijn studententijd ging ik op zoek naar een kamer in Amsterdam. Dat was geen pretje met een klein budget en een beperkt en toen al prijzig aanbod.
Daarna heb ik het nooit meer hoeven te doen. Eerst een hele periode in de ouderlijke woning en daarna zelf een huis gebouwd, pal over de grens. Nou ja, zelf gebouwd, samen met de architect, maar toch met eigen fantasie. Dat vond ik een heel leuk en creatief proces om te doen, zeker als je een mooie plek gevonden hebt. Je kunt dan een beetje je dromen waarmaken.
Sowieso vind ik dat in België – althans in de dorpen – een mooie gewoonte om zelf huizen te bouwen. In Nederland is dat nauwelijks nog mogelijk om als particulier nog een aardig stukje grond te bemachtigen. Bijna alles zit in allerlei projecten waar je zelf nagenoeg geen invloed op hebt. Je kunt hooguit nog kiezen bij de kleur van de keuken en of je een ligbad of een inloopdouche wilt.
In het Belgische dorpje waar ik lange tijd gewoond heb, is geen enkel huis hetzelfde. Dat vind ik mooi. Nee, niet dat alle huizen nou zo mooi zijn, maar het is in ieder geval geen eenheidsworst. En om het initiatief naar je toe te trekken, dat spreekt me wel aan.
Los van je wensenlijst gaat het vooral om je gevoel, of dit je nieuwe ‘home’ wordt, waar je je thuis gaat voelen.
Enfin, om allerlei praktische redenen nu terug de grens over. Voor mij is het gevoelsmatig één gebied, met mijn Nederlandse roots maar deels toch ook Belgische wortels. Voor de overheden niet, het is een enorm geregel om die oversteek van een paar kilometer te maken.
En dan is het ook nog een verhuizing naar een tijdelijk adres, want de gewenste plek is nog niet gevonden. Geduld hoort hierbij de boventoon te voeren, al is dat niet altijd even eenvoudig. De fase van de huisbezichtiging is al een tijdje geleden aangebroken. Dat is een specialiteit op zich, waar je kennis in moet opbouwen. Los van je wensenlijst gaat het vooral om je gevoel, of dit je nieuwe ‘home’ wordt, waar je je thuis gaat voelen. In ieder geval niet zelf gebouwd, dus je stapt in het ontwerp van iemand anders.
Hoe verhouden zich de ruimten tot elkaar? Is er sowieso genoeg plaats? ‘Ademt’ het huis voldoende, zeker ook qua licht. Kan ik in de keuken voldoende mijn hobby kwijt? Moet er nog een aanpassing of uitbouw komen en zo ja hoe? En, is de tuin aangenaam, kan ik er nog wat kruiden, groenten en bloemen planten? Is er voldoende privacy? Is er niet te veel herrie? Kan ik m’n rust vinden, als balans naast het werk? Hoe is de prijs-kwaliteit-verhouding? Ja, klinkt verwend allemaal, ik weet het. Dat is als je veel van die kenmerken inmiddels jarenlang gewend bent.
Maar ik merk ook dat je door die bezichtigingen steeds meer getraind raakt waar je op moet letten. En je gaat je ambities scherper definiëren, ook al weet je dat je her en der wat water bij de wijn moet doen. Niet teveel natuurlijk, want waterige wijn heeft een slappe afdronk. En dat is niet de bedoeling.