Corona heeft ons ook doen nadenken over duurzaamheid
In deze laatste column van het horrorjaar 2020 kan ik niet voorbij gaan aan corona. We hebben met zijn allen geleden, de een wat meer dan de ander en diegenen die gezond zijn gebleven, mogen van geluk spreken. Dat doe ik bij deze dan ook. Over de negatieve gevolgen zal nog veel worden geschreven en nagepraat, ik wil het daarom hebben over de positieve kanten.
Op een normale werkdag – voor corona – was het voor mij onvoorspelbaar hoeveel tijd een rit Brussel-Maasmechelen vice versa mij zou kosten – de ene keer twee uur, een andere keer vier uur. Het goede nieuws is dat ik sinds maart niet meer in de file heb gestaan, ook al vertrek ik tussen halfacht en halfnegen ‘s morgens. Sinds corona werkt één op de drie thuis, meestal vanachter de keukentafel, in het beste geval vanachter een werktafel in de eigen werkkamer die verboden terrein is voor de kids die op zoek zijn naar afwisseling of een knuffel.
Voor zover ik hoor en lees, heeft de efficiëntie van het werk niet of nauwelijks geleden onder het thuiswerken. Dat lijkt mij een verworven recht wat de levenskwaliteit en indirect de luchtkwaliteit ten goede komt.
Waar tweeverdieners nu meestal twee auto’s (moeten) hebben, biedt telewerken de gelegenheid om het vanaf nu met één gezinswagen te proberen. Wist je trouwens dat een auto gemiddeld 96 procent van de tijd stilstaat? Rijdt hij toch, dan staat hij in de file. Of beter gezegd, stond hij in de file.
Corona heeft ons ook doen nadenken over duurzaamheid. Het is geen toeval dat de verkoop van elektrische auto’s fors gestegen is. En voor wie nog niet overtuigd zou zijn, elektrisch autorijden is een zaligheid. Opeens ga je vooruitziend rijden, minder snel optrekken en verplaatsingen beter plannen. Ik kan het iedereen aanraden. Op voorwaarde dat je thuis, in de onmiddellijke thuisomgeving of op het werk kunt laden, en je niet elke dag een paar honderd kilometer autoweg moet afleggen. Dan is een elektrische auto geen lonende investering. Want de autonomie van een e-mobiel is nog altijd beperkt, zeker in de winter. Ook het aantal laadpalen blijft nog een verbeterpunt, zeker aan de Belgische kant van de grens.
Terugblikkend op 2020 houd ik de mooiste herinnering over aan een testrit door Brussel, met de eerste full electric van Fiat, de 500 e. Heerlijk ontspannend en genietend van de goedkeurende blikken van de voetgangers die ik hoffelijk voorrang verleende.
