Overpeinzingen bij een autobeurs in Parijs
Gisteren nog even op en neer geweest naar de Retromobile in Parijs, samen met cameraman Pascal Courbois. Want, die drie mysterieuze Maastrichtse Bugatti’s, die wilden we toch wel met eigen ogen zien. En ook volgen wat ze uiteindelijk opbrachten op de veiling.
Nu is dat rijden naar Parijs met de auto niet zo lastig, in drieëneen half uur ben je voorbij vliegveld Charles de Gaulle. De comfortabele en veel snellere TGV was in ons geval geen optie, vanwege alle technische apparatuur en ook de ongunstige vertrektijden voor de terugreis.
Vanaf het vliegveld tot aan de Porte de Versailles aan de zuidrand van Parijs, dat is dan wel een uitdaging. Want ook buiten de spitsuren is het op de Péripherique (rondweg) in Parijs een drukte van jewelste. Dan geldt er maar één principe: blijf zo relaxed mogelijk achter het stuur en verwacht elke seconde dat een andere weggebruiker een andere manoeuvre uitvoert, dan je normaal zou verwachten.
Je moet vooral blijven lachen als de onaflatende stroom van motorrijders links en rechts aan je voorbij schiet. Daarbij wild gebarend en agressief zwaaiend. Ze maken duidelijk dat je opzij moet gaan, want zij komen eraan. Dat zijn dan niet de gele hesjes, maar de zwarte pakken met helm, die in de verkeersjungle hun eigen wetten doen gelden. Van enige hoffelijkheid is geen sprake.
Parijs is een prachtige stad, een stad ook van de romantiek, waar elke dag Valentijn wordt gevierd. Maar het valt me wel op hoe de agressie oprukt, zeker in het verkeer.
Niettemin, we kwamen uiteindelijk ongehavend aan bij het expo-gebouw, waar het krioelde van de mensen. De beurs is nog veel groter dan Interclassics in MECC Maastricht. Je kunt er niet alleen mooie auto’s bewonderen, maar ook autopoetsmiddelen kopen, en tweedehands bougies en carburateurs voor je oude bak thuis.
Veel oudere Fransen die er op zoek leken naar nostalgie. Of misschien wel noodgedwongen naar onderdelen zochten om hun oude dieselbeestje weer aan de praat te krijgen. Het nieuwe duurzaamheidsbeleid van de Franse regering is ambitieus, maar een serieus deel van de ‘gewone Fransen’ lijkt niet te kunnen volgen, omdat ze geen geld hebben. Op zo’n beurs zie je de enorme tegenstellingen in de samenleving. Veel bezoekers die opvallend pover gekleed langs de stands schoven. De Parijse modewereld was hier nadrukkelijk afwezig.
En dan ietsje verder een afgesloten gedeelte voor de meest exclusieve automobielen. Daar kun je alleen op uitnodiging binnen. Een ander publiek dat ook bij de veiling zat om te bieden op vaak onwaarschijnlijk kostbare automobielen. Bedienden met karretjes kwamen voorbij met champagne. En dan maar bieden. Drie ton, vier ton. Zes miljoen, zeven miljoen.
Bieders in de zaal, maar ook de nodige bieders op afstand, die aan de lijn hingen bij het personeel van het veilinghuis. Dan denk je aan doorgaans dezelfde types als bij een kunstveiling. De zeer rijke Amerikanen, Arabische sjeiks en nieuwe Chinese kapitalisten in wat daar nog altijd een communistisch model heet.
Jazeker, fantastisch mooie auto’s, maar toch ook een beetje een dubbel gevoel op de terugweg. Wat een wereld, waar we in leven.
Bij de afslag richting Lille, Bruxelles en Liège werden we op de Péripherique nog een laatste keer van opgestoken middelvingers voorzien door gehelmde motorrijders die vol gas op weg waren naar huis of café.
Wat dat betreft moet het in de tijd dat de Bugatti’s nog in het normale straatbeeld van Parijs pasten, toch anders eraan toe zijn gegaan. Ik denk zelfs dat ze de hoed afnamen als groet naar een tegenligger. Chapeau!
Jo Cortenraedt