Autojournalist in gewetensnood
En of het druk is. Er gaat geen week voorbij zonder de presentatie van alweer een nieuw automodel. In deze tijd van het jaar vinden de eerste testritten meestal plaats in het zuiden van Frankrijk of in Spanje. Daar is de kans klein dat je op zomerbanden in de sneeuw belandt. Daarom dus.
Alhoewel: door de klimaatverandering is alles mogelijk. Zoals er ook geen zekerheden meer bestaan in de automobielwereld. Sinds die in een stroomversnelling is terechtgekomen, hebben de Duitse merken hun koppositie op het vlak van technologische innovatie en alternatieve aandrijving kwijtgespeeld aan Tesla, Hyundai en Kia. Dat lijstje is recent uitgebreid met enkele Chinese merken, wier namen tot voor kort onbekend in de oren klonken, denk aan BYD, Nio of Xpeng.
Geely geniet wel al internationale bekendheid via dochtermerken Volvo, Polestar, Lynk & Co, Lotus en Smart.
De Chinese constructeurs hebben hun technologische achterstand inzake elektrische aandrijving en elektronische besturingssystemen inderdaad in geen tijd omgebogen in een voorsprong. In vergelijkende tests behalen hun elektrische modellen geregeld een hogere score dan vergelijkbare e-modellen van Europese constructeurs. Zij zetten bovendien nieuwe maatstaven op het vlak van design én zijn beduidend goedkoper. Dat laatste heeft ermee te maken dat de Chinese merken efficiënter produceren én vele onderdelen zelf fabriceren. Een en ander levert een kostenbesparing op van 30 à 40 procent. Daardoor kunnen zij hun e-modellen (veel) goedkoper verkopen én meer winst maken dan hun Europese concurrenten.
Daar staat tegenover dat Europa voor hen onbekend terrein is en dat zij voor verkoop, onderhoud en herstel niet kunnen terugvallen op een goed uitgebouwd dealernetwerk. De Europese consumenten zijn ter zake bij wijze van spreken verwend met een garagist op elke hoek van de straat.
Baseer ik mij, als autojournalist, enkel op facts and figures, dan verdienen almaar meer e-modellen van Chinese merken een positief koopadvies. Ware het niet dat made in China bij mij een rood lampje doet branden. Het is een publiek geheim dat de regering in Peking Chinese bedrijven op alle mogelijke manieren steunt én controleert maar ook sanctioneert wanneer die niet in de pas lopen.
China is een éénpartijstaat waarin het landsbelang vooropstaat en het individu geen rechten en geen stem heeft. Ik heb niet de minste sympathie voor een politiek regime dat met ijzeren hand regeert over 1,4 miljard onderdanen, dat de meest elementaire mensenrechten aan zijn laars lapt en iedere vorm van anders denken of handelen gewelddadig onderdrukt.
China is een olievlek die almaar groter wordt, de greep van China op de wereldeconomie neemt angstaanjagende afmetingen aan. De afhankelijkheid van Europa ten opzichte van China is groter dan ooit en neemt nog elke dag toe. De Duitse automerken realiseren bijna de helft van hun omzet én winst in China, zonder onderdelen made in China rijden Duitse auto’s voor geen meter!
China heeft Europa in een economische houdgreep. Indien nodig kan Peking die zonder veel moeite omvormen tot een wurggreep. Met alle financiële, sociale en politieke gevolgen van dien voor jou en mij. Waartoe dient welstand als je er niet van kunt genieten omdat je in de pas moet lopen van geïndoctrineerde, almachtige partijbonzen in dure maatpakken?
Dat het zover is kunnen komen, is mede de schuld van het kapitalisme. Uit puur winstbejag hebben de Europese autoconstructeurs de ontwikkeling en productie van batterijen en halfgeleiders uitbesteed aan Chinese producenten. Die hebben intussen rechtstreeks toegang tot de zogenaamde zeldzame aardmetalen die nodig zijn om batterijen en chips te produceren. Zij beschikken daardoor over zo’n sterke machtspositie dat zij, en petit comité, bepalen wie wat krijgt en tegen welke prijs. De Europese merken ondergaan de wet van de sterkste én met hen, jij en ik, wij allemaal.
Ik heb het daar moeilijk mee, als mens. Als autojournalist moet ik objectief blijven en mij, voor mijn oordeel, baseren op facts and figures van het nieuwe model als industrieel product. Een moeilijke evenwichtsoefening voor wie zijn job ernstig neemt.