Mijn vorige blog ging over Bordeaux en haar en primeur-systeem, waarbij je wijn die nog lang niet is gebotteld alvast kunt kopen. Nu werd ik toevallig twee maanden geleden gebeld met de vraag of ik 4 juli al iets in de agenda had staan? De wijnmaker van het legendarische wijnhuis Petrus was een week in Nederland. Of ik tijd had voor een tasting? Ik zou wel gek zijn om een proeverij van Petrus over te slaan!
De insteek van deze proeverij was ook nog eens zeer interessant. Normaliter zit je tijdens zo’n tasting in een grote zaal met veel sommeliers naar de presentatie van een wijnmaker te luisteren. Deze proeverij was één op één met de wijnmaker. Bijna een uur lang mocht ik vragen stellen, de wijn proeven en wéér vragen stellen.
Nu is Petrus niet een wijn die gemakkelijk verkrijgbaar is. De prijs per fles in legendarisch hoog… Petrus is hét wijnhuis op de rechteroever van Bordeaux. Veel kopers zien de wijnen van Petrus puur als belegging en niet om te drinken. Gelukkig zijn er toch genoeg mensen die het wél willen drinken, waardoor ik in de luxepositie zit dat ik eerder al een aantal jaargangen uit de jaren ‘80 en ‘90 heb mogen proeven. Wijnen op leeftijd en op dronk, maar nog steeds met rijpingspotentieel. Dit kan alleen met de allerbeste druiven en door en zeer goed wijnmaker met een lange termijnvisie. De druif in dit geval 100 procent merlot. Met een druivenras dat je veel op flessen in de supermarkt zien staan, produceert Petrus dus een van de duurste wijnen ter wereld?
Na een hoop vragen gesteld te hebben aan de wijnmaker, wordt steeds duidelijk hoe hier een van de beste wijnen ter wereld wordt gemaakt. Met de huidige warme jaren en weersextremen door klimaatverandering, is hij vooral bang voor te veel alcohol in de wijn, maar tot nu toe is het te managen. Wel is er cabernet franc aangeplant, een andere druif die we veel op de rechteroever van Bordeaux zien en later rijp is dan merlot. In de toekomst zal dit wellicht kunnen helpen om de wijn in balans te houden.
We proeven vandaag de 2006 en 2012, voor de wijnmaker allebei nog jonge jaren – op het chateau drinken ze de Petrus meestal tussen de 50 en 55 jaar oud. In dit soort settings proef ik wijnen altijd heel analytisch, onderdeel van het vak. Daarna volgt een moment van verbazing, blijdschap en bezinning. ‘Wow, dit is speciaal!’, denk ik. Beide wijnen zitten in een heel ander stadium. De 2012 proeft heel erg jong, ondanks dat de wijn al twaalf jaar oud is. Frisse aardbeien, kers en braam met een toets van kruidnagel, nootmuskaat en vanille van het hout. Een mooie aardse toon.
De 2006 daarentegen vertoont al meerdere tekenen van ouderdom, maar is nog steeds in balans met het fruit. Ik proef een vleugje paddenstoel, een net aangestoken sigaar en Provençaalse kruiden.
Twee verschillende wijnen, toch allebei een enorme kracht, niks is uit balans en de finale nog drie kwartier later geproefd wordt. Ik ben zeer onder de indruk.
Het doel van Petrus is dat het meer gedronken gaat worden. De producent wil liever niet meer zien dat de wijnen als beleggingsobject worden gezien. Dit doen ze vooral door meer oudere jaargangen direct vanuit het chateau de markt op de brengen en meer met sommeliers te gaan werken. Of de prijs te rechtvaardigen is? Daar heeft zowel de wijnmaker als ik geen antwoord op!